Mobiliteitsbudget - nieuwigheden
In onze newsletter van 10 april 2019 informeerden wij u over de mogelijkheid om een mobiliteitsbudget toe te kennen aan uw werknemers. Het mobiliteitsbudget is de mogelijkheid die de werkgever aan de werknemer biedt om zijn bedrijfswagen of zijn recht op een bedrijfswagen in te ruilen voor een budget. De werknemer mag dat budget vrij besteden in 3 pijlers, rekening houdend met het aanbod dat de werkgever voorziet in die pijlers.
In het Belgisch Staatsblad van 3 december 2021 verscheen een wet die enkele wijzigingen aanbrengt aan dit mobiliteitsbudget. Bovendien publiceerde de fiscus enkele circulaires die deze wijzigingen bespreken. Wij vatten in deze nieuwbrief de voornaamste wijzigingen voor u samen.
Toepassingsgebied
De principes blijven hetzelfde: de werkgever kiest om het mobiliteitsbudget al dan niet aan te bieden aan de werknemer en de werknemer is vrij om al dan niet op het aanbod van de werkgever in te gaan.
Nieuw: Vanaf 1 januari 2022 dient de werknemer geen wachttijd meer te doorlopen. Voordien diende de werknemer op het moment van de aanvraag minimum 3 maanden en in de 36 maanden voorafgaand aan de aanvraag, minimum 12 maanden over een bedrijfswagen te beschikken of ervoor in aanmerking komen. Of een werknemer al dan niet in aanmerking komt voor een bedrijfswagen moet afgeleid worden uit het bedrijfswagenbeleid van de werkgever (bv een policy over de bedrijfswagens).
De werkgever moet wel nog gedurende 36 maanden voorafgaand aan het budget ononderbroken bedrijfswagens hebben aangeboden. Voor startende werkgevers geldt deze voorwaarde niet. Wel moeten zij op het ogenblik van de invoering van het mobiliteitsbudget minstens één bedrijfswagen ter beschikking stellen van minstens één werknemer.
Hoe wordt dit budget bepaald?
De invoering van een mobiliteitsbudget mag geen extra kosten opleveren voor de werkgever.
Het budget dat beschikbaar zal zijn voor de werknemer komt overeen met de reële jaarlijkse werkgeverskost van de bedrijfswagen die men inruilt. Dit is niet alleen de jaarlijkse bruto kostprijs van de ingeleverde bedrijfswagen of de bedrijfswagen waarvoor de werknemer in aanmerking komt, maar omvat ook de fiscale en parafiscale lasten, de brandstofkosten, de solidariteitsbijdrage, verzekeringen, …, met andere woorden de “Total Cost of Ownership (TCO)”. Het budget zal dus voor iedere werknemer anders zijn, in functie van de wagen die wordt ingeruild en het brandstofverbruik van de werknemer.
Nieuw: Vanaf 1 januari 2022 dient het mobiliteitsbudget minimum € 3.000 en maximum € 16.000 per jaar te bedragen. Maximum 1/5 van het totale brutoloon van de werknemer mag worden begroot als mobiliteitsbudget.
Wat kan de werknemer met dit budget allemaal doen?
De werknemer kan zijn bedrijfswagen inruilen voor :
- Pijler 1 : een milieuvriendelijkere wagen.
Nieuw: Vanaf 1 januari 2026 mag dit enkel nog een bedrijfswagen zonder CO2-uitstoot zijn. Deze wagen ondergaat dezelfde fiscale en sociale behandeling als een klassieke bedrijfswagen.
- Pijler 2 : duurzame vervoersmiddelen en diensten zoals (elektrische) fietsen, steps, abonnementen en tickets voor openbaar vervoer, collectief vervoer of een deeloplossing, …
Nieuw: Sinds 1 januari 2022 is de werkgever verplicht om minstens een aanbod te doen in deze pijler!
Nieuw: De mogelijkheden in deze pijler werden sinds 1 januari 2022 uitgebreid en omvatten nu ook de mogelijkheid om dit budget te besteden aan:
- financieringskosten voor o.m. fietsleningen, stallingskosten voor de fiets, elektrische motorfiets en uitrusting ter verhoging van de zichtbaarheid;
- abonnementen en tickets voor alle verplaatsingen met het openbaar vervoer voor zowel de werknemer als zijn inwonende gezinsleden;
- parkeerkosten die de werknemer maakt om van openbaar vervoer gebruik te maken;
- een voetgangerspremie aan de werknemer die te voet of met een step, skateboard,.. naar het werk komt. Het maximum toe te kennen bedrag is gelijk aan de maximum fietsvergoeding (momenteel 0,25 €/km). Deze voetgangerspremie kan enkel worden toegekend in het kader van het mobiliteitsbudget.
De mogelijkheid om huurgelden en intresten van hypothecaire leningen te betalen met dit budget bestond reeds voor werknemers wiens woonplaats gelegen is op maximum 5 km van de normale plaats van tewerkstelling. Dit wordt nu uitgebreid naar 10 kilometer en ook kapitaalsaflossingen van hypothecaire leningen komen nu in aanmerking.
Deze pijler is vrijgesteld van sociale en fiscale lasten. De werkgever bepaalt welke diensten en vervoersmiddelen hij in deze pijler onderbrengt.
- Pijler 3 : restsaldo in cash. Wanneer er op het einde van het jaar nog geld over is, wordt dat in één keer uitbetaald, ten laatste samen met het loon van januari van het daaropvolgende jaar. Het is dus niet mogelijk om in de loop van het jaar voorschotten uit te betalen. Dit bedrag is onderworpen aan een bijzondere werknemersbijdrage van 38,07%. De werkgever betaalt geen sociale zekerheidsbijdrage op dit saldo.
Actiepunt: in het kader van de wens naar flexibiliteit van de werknemers alsook een meer milieuvriendelijk mobiliteitsbeleid, kan het uitgebreide mobiliteitsbudget een interessante oplossing zijn voor u. Aarzel niet met ons contact op te nemen voor meer informatie.