Nieuwe immigratieregels in Vlaanderen
Buitenlandse werknemers die geen onderdaan zijn van de Europese Economische Ruimte (EER), hebben een arbeidskaart of een gecombineerde vergunning nodig om op het Belgische grondgebied te mogen werken, tenzij zij hiervan vrijgesteld zijn.
De bevoegdheid voor de toekenning van een arbeidskaart of een gecombineerde vergunning werd geregionaliseerd. Elk gewest kan bijgevolg zijn eigen voorwaarden bepalen voor de toekenning van een arbeidskaart/gecombineerde vergunning. Vlaanderen heeft met ingang van 1 mei 2024 zijn regels met betrekking tot gecombineerde vergunningen gewijzigd. De belangrijkste wijzigingen zijn de volgende:
1. Uitbreiding weigerings- en intrekkingsgronden
Een toelating tot arbeid kan in Vlaanderen op basis van bepaalde gronden ingetrokken of geweigerd worden om misbruik tegen te gaan. Daarbij wordt in Vlaanderen een onderscheid gemaakt tussen facultatieve en verplichte weigerings- en intrekkingsgronden. De nieuwe regels breiden deze weigerings- en intrekkingsgronden verder uit. Zo zal het bijvoorbeeld mogelijk zijn dat een toelating tot arbeid geweigerd wordt indien de werkgever onvoldoende economische of maatschappelijke activiteiten uitoefent die de tewerkstelling van buitenlandse werknemers verantwoordt of indien de onderneming minder dan drie jaar geleden is opgericht of geen personeelsleden in dienst heeft. Vooral voor start-ups betekent dit dat het moeilijker zal worden om onderdanen van een derde land aan te werven in de beginjaren van de onderneming.
2. Categorieën
Tenzij een bepaalde vrijstelling toegepast kan worden, moet de buitenlandse werknemer tot een bepaalde categorie behoren om een toelating te krijgen tot arbeid in Vlaanderen. Per categorie gelden bepaalde voorwaarden en procedures. Hieronder kan u een kort overzicht terugvinden van de nieuwe regels met betrekking tot de categorieën die in de praktijk het meeste voorkomen.
a. Hooggeschoolden
Om onder de categorie “hooggeschoolde” te vallen moet er aan twee voorwaarden voldaan zijn:
- Het bruto jaarloon van de werknemer moet tijdens zijn/haar tewerkstelling in België voldoen aan een bepaalde loondrempel:
- Voor werknemers die 30 jaar zijn of ouder bedraagt deze drempel 48.912 EUR bruto (bedrag voor 2025).
- Voor werknemers jonger dan 30 jaar geldt een verlaagde loondrempel van 39.129,60 EUR bruto, wat overeenstemt met 80% van de loondrempel voor werknemers van 30 jaar en ouder
- De werknemer moet ten minste kwalificatieniveau 5 (bachelorsdiploma) kunnen aantonen. Onder de oude regelgeving was vereist dat het om een opleiding van minstens 3 jaar ging, maar deze voorwaarde werd nu geschrapt.
b. Middengeschoolde functies
Voor deze categorie gelden twee voorwaarden:
- Er is voor de betrokken functie een structureel tekort aan geschikte werknemers op de arbeidsmarkt. Er geldt een wettelijk vermoeden dat deze voorwaarde vervuld is indien de functie voorkomt op de lijst met middengeschoolde functies die nu uiterlijk om de twee jaar herzien wordt.
- De aanvraag wordt gedaan door een in België gevestigde werkgever. Een detachering vanuit een buitenlandse onderneming is dus niet mogelijk voor middengeschoolde functies.
Onder de nieuwe regelgeving moeten voortaan ook bijkomende stukken worden voorgelegd bij een aanvraag onder deze categorie.
c. Categorie “overige”
Indien de werknemer niet onder een van de andere categorieën ondergebracht kan worden, kan een in België gevestigde werkgever een toelating tot arbeid aanvragen onder de categorie “overige”.
Bij deze categorie geldt er geen vermoeden van een tekort op de arbeidsmarkt. In het verleden moest er bijgevolg in de praktijk een arbeidsmarktonderzoek worden uitgevoerd door de VDAB om onder deze categorie te kunnen vallen. Dit betekende dat er een vacature in gedeeld beheer op de VDAB-website geplaatst moest worden, gedurende minstens 6 weken, voordat een aanvraag onder deze categorie kon worden ingediend.
Onder de nieuwe regels moet een aanvraag onder deze categorie voldoen aan de volgende voorwaarden:
- De functie moet voorkomen op de knelpuntberoepenlijst die jaarlijks door de VDAB gepubliceerd wordt.
- De functie vereist een kwalificatie van niveau 2,3 of 4.
- De vacature moet minimaal 9 weken binnen een periode van 4 maanden voorafgaand aan de aanvraag gepubliceerd zijn op de platformen van VDAB en EURES. De publicatie op EURES gebeurt automatisch indien de vacature op het platform van de VDAB werd geplaatst.
- Bij de publicatie van de vacature vraagt de werkgever actieve bemiddeling door de VDAB. Dit houdt in dat de VDAB actief op zoek gaat naar geschikte kandidaten voor de betreffende functie.
Bovendien moeten er nu ook bijkomende stukken voorgelegd worden bij een aanvraag onder deze categorie.
3. Slechts één toelating tot arbeid
Er wordt nu expliciet opgenomen dat een werknemer voor eenzelfde periode slechts één toelating tot arbeid kan krijgen.
Een belangrijke uitzondering op dit principe is dat werknemers die reeds een gecombineerde vergunning hebben, daarnaast een flexi-job kunnen uitoefenen. In dat geval moet er wel voldaan zijn aan de algemene voorwaarden om een flexi-job uit te oefenen, waarbij onder andere vereist wordt dat de betrokken werknemer minstens 4/5de moet werken bij de eerste werkgever.
Voor verdere vragen neem gerust contact op met onze juridische afdeling op het volgende e-mailadres: legal@pro-pay.be.