Nieuwe procedure aftrek vakantieattesten vanaf 2024
Vanaf 2024 zal de procedure voor de aftrek van een vakantieattest wijzigen. De aftrek van het enkel vakantiegeld zal vanaf nu gebeuren in 2 fasen.
1. Achtergrond Belgische vakantiewetgeving en aftrek vakantiegeld
Volgens de Belgische vakantiewetgeving, bouwt een werknemer vakantierechten op op basis van zijn tewerkstelling in het voorgaande kalenderjaar. Het kalenderjaar waarin de werknemer vakantie opneemt, noemt men het vakantiejaar. Het voorgaande kalenderjaar, tijdens dewelke de rechten worden opgebouwd, noemt men het vakantiedienstjaar.
De vakantierechten omvatten recht op betaalde vakantiedagen (“enkel vakantiegeld”) en het jaarlijkse bijkomende vakantiegeld (“dubbel vakantiegeld”).
Bijvoorbeeld: gebaseerd op de tewerkstelling in kalenderjaar 2023, bouwt een werknemer vakantierechten op voor kalenderjaar 2024.
2. Werkwijze tot vakantiejaar 2023
Omwille van bovenstaand principe, zal een bediende die van werkgever verandert, “vertrekvakantiegeld” uitbetaald krijgen van zijn vorige werkgever.
Dit vertrekvakantiegeld omvat een “voorschot” op de opgebouwde maar nog niet opgenomen vakantiedagen en het opgebouwde dubbel vakantiegeld. Dit betreft zowel het huidige vakantiejaar als het volgende vakantiejaar.
De vorige werkgever bezorgt aan de werknemer een vakantieattest, met een detail van de bedragen van het vertrekvakantiegeld. De werknemer bezorgt op zijn beurt dit vakantieattest aan zijn nieuwe werkgever. De nieuwe werkgever geeft betaalde vakantiedagen en dubbel vakantiegeld aan zijn werknemer, maar zal ook het vertrekvakantiegeld betaald door de vorige werkgever in mindering brengen.
Tot nu gebeurde deze aftrek op één moment, vaak in de maand mei of juni. Vaak resulteerde dit in een zeer laag nettoloon voor de werknemer in de maand van de aftrek. Dit was nadelig voor de werknemer en in sommige gevallen in strijd met de Loonbeschermingswet van 12 april 1965.
3. Nieuwe procedure vanaf 2024
Alleen de procedure m.b.t. de aftrek van het enkel vakantiegeld zal wijzigen. De manier van aftrek van het dubbel vakantiegeld wijzigt niet. De berekening en aftrek van het dubbel vakantiegeld zal nog altijd in één keer gebeuren in de maand waarin de bediende zijn hoofdverlof opneemt (in de praktijk wordt dit meestal verwerkt in mei of juni).
Deze verandering betreft enkel bedienden. Er is geen wijziging aan de uitbetaling van het vakantiegeld voor arbeiders, aangezien zij hun vakantiegeld ontvangen van het vakantiefonds.
Voor een arbeider die van statuut verandert en een bediende wordt, gelden de nieuwe regels ook.
Vanaf 2024 zal het vakantieattest afgetrokken worden in 2 fasen.
Eerste fase: telkens de bediende een vakantiedag neemt
Telkens de bediende een vakantiedag opgebouwd bij zijn vorige werkgever, opneemt bij zijn nieuwe werkgever, zal de bediende zijn normaal vast loon ontvangen, maar met een aftrek van 90% van het vast loon voor de opgenomen vakantiedagen gedurende die maand. Met andere woorden, de bediende ontvangt maar 10% van zijn vast brutoloon voor de vakantiedagen opgenomen in die maand.
Tweede fase: December (of wanneer de bediende uit dienst gaat)
In December (of wanneer de bediende uitdienst gaat in de loop van het jaar), gebeurt er een eindverrekening van het enkel vakantiegeld. Deze eindverrekening omvat de bedragen van het enkel vakantiegeld vermeld op het vakantieattest, maar houdt ook rekening met de bedragen die al in mindering werden gebracht in de loop van het jaar wanneer de bediende vakantiedagen opnam (nl. de aftrek van 90%).
Het resultaat van deze eindverrekening kan een teruggave of een bijkomende aftrek zijn.
De aftrek van de bedragen van het vakantieattest werd in de oude regeling gelimiteerd tot het niveau van het huidige salaris. Dit principe blijft behouden in de nieuwe regeling.
4. Voorbeeld van de nieuwe regels
Een bediende werkt voltijds bij werkgever A van 1 januari tot 31 december 2023. Op 1 januari 2024 start hij voltijds bij werkgever B.
Werkgever A
In 2023, verdiende de bediende een bruto jaarloon van € 57.200. Bij uitdienst, ontvangt hij van werkgever A het volgende vertrekvakantiegeld:
- Enkel vakantiegeld: € 4.387,24 (= € 57.200,00 x 7,67 %)
- Dubbel vakantiegeld: € 3.889,60 (= € 57.200,00 x 6,8 %)
- Aanvullend dubbel vakantiegeld: € 497,64 (= € 57.200,00 x 0,87 %)
Op het vakantieattest worden de bovenstaande bedragen vermeld. De bediende geeft dit vakantieattest aan zijn nieuwe werkgever.
Werkgever B
De bediende heeft recht op 20 wettelijk vakantiedagen voor 2024 bij werkgever B, op basis van zijn tewerkstelling in 2023 bij werkgever A.
Het vaste maandelijkse brutoloon van de werknemer bij werkgever B is € 4.800,00.
De bediende neemt de volgende vakantiedagen op in 2024:
- 4 vakantiedagen in maart
- 10 vakantiedagen in augustus
- 6 vakantiedagen in november
Eerste fase:
- Maart: 4 opgenomen vakantiedagen (21 werkdagen in maart)
De werknemer ontvangt zijn vast maandloon van €4.800,00, maar met een aftrek van € 822,86 (= € 4.800,00 / 21 dagen x 4 vakantiedagen x 90%)
- Augustus: 10 opgenomen vakantiedagen (22 werkdagen in augustus)
De werknemer ontvangt zijn vast maandloon van € 4.800,00, maar met een aftrek van € 1.963,64 (= € 4.800,00 / 22 dagen x 10 vakantiedagen x 90%)
- November: 6 opgenomen vakantiedagen (21 werkdagen in november)
De werknemer ontvangt zijn vast maandsalaris van €4.800,00, maar met een aftrek van € 1.234,29 (= € 4.800,00 / 21 dagen x 6 vakantiedagen x 90%)
Tweede fase:
In December ontvangt de werknemer een vast maandloon van € 4.800,00.
Het enkel vertrekvakantiegeld volgens het vakantieattest bedraagt € 4.387,24.
Gedurende het jaar werd er al een bedrag van € 4.020,79 in mindering gebracht (€ 822,86 in maart, € 1.963,64 in augustus, € 1.234,29 in november).
Eindverrekening: het resterende bedrag van € 366,45 (= € 4.387,24 min € 4.020,79) zal afgetrokken worden in December 2024.
5. Informatie voor de bedienden
De nieuwe wetgeving voorziet dat de bediende duidelijk moet geïnformeerd worden over het vertrekvakantiegeld en de manier waarop het zal verrekend worden bij een volgende werkgever:
- De nieuwe regels moeten duidelijk vermeld worden op het vakantieattest;
- Op verzoek van de bediende, moet de werkgever aan de bediende een begrijpelijk overzicht bezorgen van de berekening van de eindverrekening;
- Via de maandelijkse loonbrief van december (of maand van uitdienst) informeert de werkgever de bediende van het ingehouden of uitbetaalde bedrag.
Deze vermeldingen zullen door ons toegevoegd worden aan het vakantieattest en de maandelijkse loonbrief indien van toepassing.
Actiepunten
Ten einde deze nieuwe wetgeving toe te kunnen passen, hebben we de vakantieattesten van de vorige werkgever nodig voor de bedienden die in dienst zijn gekomen in 2023 of 2024. Uw Payroll Business Partner zal u contacteren in verband met ontbrekende vakantieattesten voor de werknemers die in dienst zijn gekomen in 2023 en 2024.
Gelieve vanaf nu, telkens een nieuwe werknemer in dienst komt, ons zo snel mogelijk de vakantieattesten te bezorgen.