Sectorakkoord 2023 - 2024 voor paritair comité 200
Het sociaal overleg vindt in België plaats op 3 niveaus: interprofessioneel/federaal, sectoraal en binnen de onderneming. De afgelopen maanden werden er op federaal en interprofessioneel niveau de loonnorm en verschillende tewerkstellingsmaatregelen vastgelegd die de basis vormen voor de sectorale onderhandelingen. Ter herinnering: de loonnorm werd bepaald op 0% voor de jaren 2023-2024.
Binnen PC 200 (aanvullend paritair comité voor bedienden) werden de nodige onderhandelingen intussen gevoerd, wat resulteerde in een sectorakkoord voor de jaren 2023-2024 dat geldig is tot en met 31.12.2024. We bezorgen u hierbij een overzicht van de belangrijkste beslissingen in uw sector.
Jongerenbarema
Het specifieke jongerenbarema wordt afgeschaft vanaf 01.01.2024. Dit betekent dat de degressieve percentages verdwijnen voor bedienden tussen 16 en 21 jaar en zij als een gewone bediende zullen worden betaald. Het studentenbarema blijft wel behouden.
Koopkrachtpremie
In ondernemingen die in 2022 een hoge of uitzonderlijk hoge winst hebben behaald, wordt een eenmalige koopkrachtpremie toegekend aan de werknemers.
De onderneming heeft een hoge winst behaald indien aan twee cumulatieve voorwaarden is voldaan:
- de verhouding operationele bedrijfswinst (code 9901) op balanstotaal in 2022 is minstens 1,25x het gemiddelde voor diezelfde verhouding over de jaren 2019-2021;
- de operationele bedrijfswinst in 2022 (code 9901) maakt minstens 5% uit van het balanstotaal in 2022.
De onderneming heeft in 2022 een uitzonderlijk hoge winst behaald indien aan de twee cumulatieve voorwaarden is voldaan:
- de verhouding operationele bedrijfswinst (code 9901) op balanstotaal in 2022 is minstens 2x het gemiddelde voor diezelfde verhouding over de jaren 2019-2021;
- de operationele bedrijfswinst in 2022 (code 9901) omvat minstens 5% van het balanstotaal in 2022.
De voorwaarden moeten op autonome wijze zijn behaald en worden beoordeeld op het niveau van de juridische entiteit. Gelieve deze voorwaarden te verifiëren met uw boekhouder.
Het jaar 2022 betekent het boekjaar waarvan de meeste maanden zich in 2022 bevinden. Indien het boekjaar op 30 juni werd afgesloten, gaat het om het boekjaar dat afsluit in 2022.
De bedragen van de koopkrachtpremie zien er als volgt uit voor de ondernemingen die een (uitzonderlijk) hoge winst hebben behaald:
- € 125 indien de verhouding operationele bedrijfswinst (code 9901) op balanstotaal in 2022 minstens 1,25x het gemiddelde voor diezelfde verhouding over de jaren 2019-2021 is;
- € 250 indien dit minstens 1,5x het gemiddelde voor diezelfde verhouding over de jaren 2019-2021 is;
- € 375 indien dit minstens 2x het gemiddelde voor diezelfde verhouding over de jaren 2019-2021 is (uitzonderlijk hoge winst).
De premie wordt toegekend aan bedienden die in dienst zijn op 31.10.2023 en een anciënniteit hebben in de onderneming van minstens 1 maand (prestatie tussen 01.11.2022 en 31.10.2023). Voor deeltijdse bedienden wordt de premie pro rata toegekend.
De koopkrachtpremie wordt uiterlijk op 31.12.2023 uitbetaald. Gelieve te noteren dat u uiterlijk op 15.11.2023 een schriftelijke communicatie over de al dan niet toekenning van de premie moet richten aan de syndicale delegatie of indien er geen syndicale delegatie is, aan de werknemers.
De cheques zijn geldig tot 31.12.2024 en kunnen worden gebruikt voor het aankopen van voeding of producten en diensten met een ecologisch karakter (te vergelijken met maaltijdcheques en ecocheques).
Een onderneming die niet voldoet aan de sectorale voorwaarden kan op ondernemingsvlak toch een koopkrachtpremie toekennen van maximaal € 750. In de ondernemingscao moet dan wel een verantwoording worden toegevoegd dat de onderneming tijdens de crisis goede resultaten heeft behaald, zonder de hoge of uitzonderlijk hoge winsten, zoals bepaald in de sectorale cao, te hebben behaald. Bij gebrek aan een syndicale delegatie of als het gaat om een personeelscategorie waarvoor het niet de gewoonte is dat ze door een cao wordt beoogd, kan de koopkrachtpremie toegekend worden via een individuele overeenkomst.
Actiepunt: informeer uw Payroll Business Partner over het bedrag van de koopkrachtpremie.
Kilometervergoeding
Vanaf 01.07.2024 zal de fietsvergoeding voor het woon-werkverkeer verhoogd worden naar € 0,27 per effectief afgelegde kilometer (met een maximum van 40 km heen en terug of € 10,80 per dag). Deze fietsvergoeding geldt enkel voor de bedienden die regelmatig de fiets nemen om naar het werk te komen en is niet cumuleerbaar met andere tussenkomsten in het woonwerktraject, met uitzondering van de tussenkomst voor het openbaar vervoer.
De jaarlijkse bruto loongrens voor de terugbetaling van kosten voor woon-werkverkeer voor een werknemer die een eigen vervoermiddel gebruikt, zal worden verhoogd vanaf 01.01.2024.
Tijdskrediet en SWT
Voor tijdskrediet met motief gelden de bepalingen van het vorig sectorakkoord in PC 200 en kunnen de bedienden voor het motief zorg genieten van 51 maanden indien zij aan de voorwaarden voldoen.
Let op, een aantal van de voorwaarden voor tijdskrediet zijn recent gewijzigd, zie ook onze nieuwsbrief over dit onderwerp.
Voor tijdskrediet bij landingsbanen was binnen PC 200 reeds een halftijds tijdskrediet en een 1/5e tijdskrediet mét uitkering mogelijk voor werknemers vanaf 55 jaar op voorwaarde dat zij een lange loopbaan (35 jaar) konden aantonen, een zwaar beroep of 20 jaar nachtarbeid én mits 2 jaar anciënniteit binnen de onderneming. Deze stelsels worden verlengd van 01.07.2023 tot en met 30.06.2025.
De cao’s met betrekking tot SWT lange loopbaan, zwaar beroep en nachtarbeid worden verlengd tot en met 30.06.2025.
Opleiding
De werkgever dient een verplicht aantal individuele opleidingsdagen aan te bieden aan de werknemers, afhankelijk van het aantal werknemers in de onderneming:
- Voor ondernemingen met minder dan 20 werknemers geldt gemiddeld 1 individuele opleidingsdag per jaar voor een voltijdse bediende;
- Voor ondernemingen met meer dan 20 werknemers geldt een groeipad vanaf 2024:
- Vanaf 01.01.2024: 3 individuele opleidingsdagen
- Vanaf 01.01.2026: 4 individuele opleidingsdagen
- Vanaf 01.01.2028: 5 individuele opleidingsdagen