Sectorakkoord 2023 - 2024 voor paritair comité 209
Het sociaal overleg vindt in België plaats op 3 niveaus: interprofessioneel/federaal, sectoraal en binnen de onderneming. De afgelopen maanden werden op federaal en interprofessioneel niveau de loonnorm en verschillende tewerkstellingsmaatregelen vastgelegd die de basis vormen voor de sectorale onderhandelingen.
Binnen PC 209 werden deze onderhandelingen intussen gevoerd, wat resulteerde in een sectorakkoord voor de jaren 2023 - 2024. We willen u hieronder een overzicht bezorgen van de belangrijkste beslissingen in uw sector.
Koopkrachtpremie
De bepalingen omtrent de invulling van de koopkrachtpremie, zijn in principe beperkt tot gebaremiseerde en baremiseerbare bedienden. Het toepassingsgebied kan wel uitgebreid worden tot de niet-gebaremiseerde bedienden en niet-baremiseerbare bedienden volgens een welbepaalde procedure, afhankelijk of er al dan niet een vakbondsafvaardiging in de onderneming aanwezig is.
Hieronder bespreken we de voorwaarden, de bedragen, de berekenings-, en betalingsmodaliteiten van de koopkrachtpremie. Gelieve deze te verifiëren met uw boekhouder om te weten of uw onderneming de koopkrachtpremie moet toekennen.
1. Voorwaarden toekenning en bedragen
Ondernemingen die in 2022 een hoge of uitzonderlijk hoge winst hebben behaald, moeten een eenmalige koopkrachtpremie in de vorm van consumptiecheques toekennen aan de werknemers. De consumptiecheques zijn geldig tot en met 31.12.2024 en kunnen worden gebruikt voor het aankopen van voeding of producten en diensten met een ecologisch karakter (te vergelijken met maaltijdcheques en ecocheques).
Hoge winst – Een onderneming heeft in 2022 een hoge winst behaald indien de “ROA” op basis van de jaarrekening van boekjaar 2022 3% of meer bedraagt. Onder ROA wordt verstaan de Return on Assets, zijnde de operationele bedrijfswinst (code 9901 van de jaarrekening) gedeeld door het totaal van de balans (code 10/49 of 20/58).
Ondernemingen met een hoge winst, moeten de volgende koopkrachtpremie toekennen:
- 200 EUR als de ROA* in 2022 3% of meer bedraagt (= minimumvoorwaarde);
- 350 EUR indien de operationele bedrijfswinst (code 9901) van de jaarrekening van boekjaar 2022 bovendien minstens 15% hoger is dan het gemiddelde van de operationele bedrijfswinst (code 9901) over de boekjaren 2018-2019-2020-2021;
- 500 EUR indien de operationele bedrijfswinst (code 9901) van de jaarrekening van boekjaar 2022 bovendien minstens 25% hoger is dan het gemiddelde van de operationele bedrijfswinst (code 9901) over de boekjaren 2018-2019-2020-2021;
Uitzonderlijk hoge winst - Een onderneming heeft in 2022 een uitzonderlijk hoge winst behaald indien:
- De ROA op basis van de jaarrekening van boekjaar 2022 3% of meer bedraagt.
- De operationele bedrijfswinst (code 9901) van de jaarrekening van boekjaar 2022 minstens 50% groter is dan het gemiddelde van de operationele bedrijfswinst (code 9901) over de boekjaren 2018-2019-2020-2021.
In dat geval bedraagt de koopkrachtpremie 750 EUR.
Plafond - De totale kost van de koopkrachtpremies van alle werknemers kan niet hoger zijn dan 33% van de operationele bedrijfswinst (code 9901) van de onderneming in het boekjaar 2022. Indien nodig moet er een proratering van het bedrag gebeuren.
2. Berekeningsmodaliteiten
De parameters (ROA en code 9901) worden getoetst op het niveau van de jaarrekening (juridische entiteit).
In de berekening van het gemiddelde wordt in de teller een bedrijfsverlies in een bepaald jaar gelijkgesteld aan 0 en wordt als jaar meegeteld in de noemer. Voorbeeld: 2 jaren met bedrijfswinst (2018: +100 en 2019: + 100) en 2 jaren met bedrijfsverlies (2020: -100 en 2021: -100) geeft het volgende resultaat (100 + 100 + 0 + 0) /4 = 50.
Wanneer het boekjaar niet samenvalt met het kalenderjaar, wordt rekening gehouden met de jaarrekening van het boekjaar met het meeste maanden in het kalenderjaar 2022 (en idem dito voor andere boekjaren in de referteperiode 2018-2021).
Wanneer het boekjaar eindigt op 30/6, wordt rekening gehouden met de jaarrekening van het boekjaar dat eindigt in 2022 (en idem dito voor andere boekjaren in de referteperiode 2018-2021).
Wanneer een boekjaar meer dan 12 maanden telt, wordt dat in de berekeningswijze gelijkgesteld met een boekjaar van 12 maanden (referteperiode voor de toepassing van de bedragen is dan 4 boekjaren voorafgaand aan het boekjaar 2022).
Wanneer niet voor elk jaar van de periode 2018-2021 een jaarrekening beschikbaar is, wordt het gemiddelde berekend op basis van de beschikbare jaarrekeningen.
3. Betalingsmodaliteiten
De betaling van de koopkrachtpremie gebeurt uiterlijk 31.12.2023.
De bedienden moeten in dienst zijn op datum van de betaling zelf en moeten minstens 1 maand in dienst zijn.
De bedragen worden toegekend pro rata de gemiddelde tewerkstelling van de bediende in de periode tussen 01.10.2022 en 30.09.2023.
Een bediende die in dienst is getreden na bovenvermelde referteperiode (tussen 01.10.2022 en 30.09.2023), minstens een maand anciënniteit heeft en nog in dienst is op het ogenblik van de uitbetaling van de koopkrachtpremie, krijgt toch één twaalfde van een koopkrachtpremie uitbetaald.
4. Opting-out
De werkgever en de vakbondsafvaardiging kunnen overeenkomen om de sectorale regeling betreffende de koopkrachtpremie niet toe te passen en in plaats daarvan te voorzien in een bedrijfsspecifieke koopkrachtpremie.
Bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging, beslist de werkgever mits het akkoord van de meerderheid van de bedienden. Het akkoord inzake deze opting-out en het bedrijfseigen voordeel moeten het voorwerp uitmaken van een cao gesloten op ondernemingsvlak ten laatste op 31.10.2023. In deze cao voegt men een verantwoording toe dat men een onderneming is waar tijdens de crisis goede resultaten zijn behaald. Bij gebrek aan dergelijke cao is de sectorale regeling betreffende de koopkrachtpremie van toepassing.
Actiepunt: informeer uw Payroll Business Partner ten laatste bij de payroll van december over het bedrag van de koopkrachtpremie. Gelieve ons ook te informeren indien u de koopkrachtpremie zal vervangen door een bedrijfsspecifieke koopkrachtpremie.
Mobiliteit
Vanaf 01.01.2024 gelden volgende verhogingen in het woon-werkverkeer:
- De fietsvergoeding stijgt naar 0,27 EUR per kilometer. Het maximumbedrag per dag wordt verhoogd naar 10,80 EUR.
- De tussenkomst van de werkgever in het basisbedrag per kilometer en in het minimumbedrag en het maximumbedrag per dag voor privé-vervoer ander vervoer dan fiets en openbaar vervoer stijgt met 12,5%.
- In PC 209 werd er tot nu toe voor de tussenkomst van de werkgever in het openbaar vervoer rekening gehouden met de bedragen zoals vastgesteld door de cao 19/9 van de Nationale Arbeidsraad waar de bedragen ongewijzigd zijn gebleven sinds 01.07.2019. In PC 209 zullen deze bedragen zoals vastgesteld door de cao 19/9 verhoogd worden met 12,5% (als voorafname op toekomstige verhogingen van de tussenkomst voorzien in cao 19/9.)
Aan de ondernemingen wordt aanbevolen om gebruik te maken van de derdebetalersregeling.
Minimumloon
Het sectoraal gewaarborgde minimum maandloon wordt verhoogd met 85 EUR op 01.01.2025.
Opleiding
Het overdraagbaar individueel opleidingsrecht van de voltijdse werknemer zal worden verhoogd van 24 naar 32 uur per jaar vanaf 2024, naar 36 uur per jaar vanaf 2025, en naar 40 uur per jaar vanaf 2026.
SWT en tijdskrediet landingsbaan
Alle stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) worden verlengd tot 30.06.2025.
De 1/2de en 1/5de landingsbanen vanaf 55 jaar met uitkering voor lange loopbaan en zware beroepen worden verlengd tot 30.06.2025.
Loopbaanverlof
Bedienden krijgen een derde dag loopbaanverlof vanaf de leeftijd van 60 jaar (bovenop de reeds 2 bestaande vanaf 50 jaar en 58 jaar).
Omzetting eindejaarspremie in andere voordelen
Indien de eindejaarspremie minstens een volledig maandloon bedraagt, wordt de mogelijkheid gecreëerd om een deel van de eindejaarspremie om te zetten in vrije dagen of aan te wenden voor fietslease onder de volgende cumulatieve voorwaarden:
- Maximum de helft van de eindejaarspremie mag gebruikt worden.
- Een bedrijfs-cao moet worden afgesloten.
- De werknemer moet vrijwillig zijn individueel akkoord geven bovenop de bedrijfs-cao.
- De omzetting mag geen kostenbesparing voor de werkgever inhouden (kostenneutraliteit).
- Er wordt voorafgaande informatie aan de werknemers gegeven over de gevolgen van de omzetting van de eindejaarspremie.
De nieuwe regeling geldt reeds voor eindejaarspremies vanaf 2023.
Ecocheques
Er wordt de mogelijkheid gecreëerd om ecocheques om te zetten naar een ander voordeel uiterlijk op 31.10.2023.