16/11/2023

Sectorakkoord 2023 - 2024 voor paritair comité 226

Het sociaal overleg vindt in België plaats op 3 niveaus: interprofessioneel/federaal, sectoraal en binnen de onderneming. De afgelopen maanden werden op federaal en interprofessioneel niveau de loonnorm en verschillende tewerkstellingsmaatregelen vastgelegd die de basis vormen voor de sectorale onderhandelingen.

Binnen PC 226 werden deze onderhandelingen intussen gevoerd, wat resulteerde in een sectorakkoord voor de jaren 2023 - 2024. We bezorgen u hieronder een overzicht van de belangrijkste beslissingen in uw sector voor de volgende twee jaren.

 

Koopkrachtpremie

Ondernemingen die in 2022 een hoge of uitzonderlijk hoge winst hebben behaald, moeten een eenmalige koopkrachtpremie toekennen aan de werknemers.

 

1. Toekenningsvoorwaarden en bedragen

Hoge winst: Een onderneming heeft in 2022 een hoge winst behaald indien de procentuele groei van de winst (code 9905 in de jaarrekening) van 2022 ten opzichte van de gemiddelde winst (code 9905) van de jaren 2019, 2020 en 2021 niet hoger is dan 150%.

De ondernemingen die een hoge winst gerealiseerd hebben, moeten de volgende koopkrachtpremie toekennen:

  • 50 EUR indien de procentuele groei winst lager dan of gelijk is aan 10%;
  • 150 EUR indien de procentuele groei winst hoger is dan 10% en ten hoogste 50%;
  • 300 EUR indien de procentuele groei winst hoger is dan 50% en ten hoogste 100%;
  • 450 EUR indien de procentuele groei winst hoger is dan 100% en ten hoogste 150%.

Uitzonderlijk hoge winst: Een onderneming heeft in 2022 een uitzonderlijk hoge winst (code 9905) behaald indien de procentuele groei van de winst van 2022 ten opzichte van de gemiddelde winst (code 9905) van de jaren 2019, 2020 en 2021 hoger is dan 150%.

De ondernemingen die een uitzonderlijk hoge winst hebben gerealiseerd, moeten de volgende koopkrachtpremie toekennen:

  • 600 EUR indien de procentuele groei winst hoger is dan 150%, en hoogstens 200%;
  • 750 EUR indien de procentuele groei winst hoger is dan 200%.

Indien de beschikbare winst (code 9905) in ondernemingen met een procentuele groei van maximum 10% onvoldoende is om het bedrag van 50 EUR per bediende toe te kennen, wordt de koopkrachtpremie niet toegekend.

Indien de beschikbare winst (code 9905) onvoldoende is om de andere hierboven bepaalde bedragen toe te kennen, wordt de koopkrachtpremie toegekend in verhouding tot de beschikbare winst.

Met 2022 wordt verwezen naar het boekjaar waarvan de meeste maanden zich in 2022 bevinden. Wanneer het boekjaar afsluit op 30 juni, wordt verwezen naar het boekjaar dat afsluit in 2022.

 

2. Betalingsmodaliteiten

De koopkrachtpremie moet uiterlijk op 31.12.2023 betaald worden.

Werknemers moeten op 31.10.2023 in dienst zijn om in aanmerking te komen voor de koopkrachtpremie. Uw Payroll Business Partner zal rekening houden met de prorateringen en gelijkstellingen die in de cao zijn voorzien.

Een onderneming die niet voldoet aan de sectorale voorwaarden kan op ondernemingsvlak toch een koopkrachtpremie toekennen van maximaal 750 EUR door middel van een ondernemingscao. In de ondernemingscao moet dan wel een verantwoording worden toegevoegd dat de onderneming tijdens de crisis goede resultaten heeft behaald. Bij gebrek aan een syndicale delegatie, kan de koopkrachtpremie toegekend worden via een individuele overeenkomst. Deze overeenkomst moet uiterlijk op 15.11.2023 worden gesloten.

Actiepunt: informeer uw Payroll Business Partner over het bedrag van de koopkrachtpremie.

 

Mobiliteit

Vanaf 01.01.2024 zijn de volgende verhogingen van toepassing op het woon-werkverkeer:

  • De fietsvergoeding wordt verhoogd tot 0,27 EUR per kilometer. Het maximumbedrag per dag zal stijgen naar 10,80 EUR;
  • De werkgeverstussenkomst voor privévervoer anders dan per fiets, zal worden geïndexeerd;
  • de werkgeverstussenkomst in het gemeenschappelijk openbaar vervoer zal verhoogd tot 100% van de prijs van het vervoersbewijs, tenzij er een derdebetalersregeling van toepassing is in welk geval de tussenkomst van 80% behouden blijft.

 

Opleiding

De werkgever is verplicht om een aantal individuele opleidingsdagen aan te bieden aan werknemers, afhankelijk van het aantal werknemers in de onderneming.

- In ondernemingen met minder dan 20 werknemers, geldt er het gemiddelde van 1 individuele opleidingsdag per jaar voor een voltijdse werknemer;
- Voor ondernemingen met meer dan 20 werknemers zal het aantal dagen vanaf 2023 geleidelijk toenemen:

  • Vanaf 2023: 2 individuele opleidingsdagen;
  • Vanaf 2025: 3 individuele opleidingsdagen;
  • Vanaf 2027: 4 individuele opleidingsdagen;
  • Vanaf 2029: 5 individuele opleidingsdagen.

Naast de individuele opleidingsdagen hebben werknemers ook recht op collectieve opleidingsdagen:

- Voor de periode 2023-2024: gemiddeld 6 opleidingsdagen per voltijds equivalent;
- Voor bedrijven met meer dan 20 werknemers zal het aantal dagen geleidelijk afnemen na de periode 2023-2024:

  • Periode 2025-2026: gemiddeld 4 opleidingsdagen;
  • Periode 2027-2028: gemiddeld 2 opleidingsdagen.

Deze opleidingen worden betaald volgens het feestdagenloon, zelfs als ze buiten werktijd plaatsvinden.

 

Tijdskrediet met motief, landingsbanen, en SWT

Alle regelingen voor tijdskrediet met motief en stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) worden verlengd tot 30.06.2025.

Wat betreft het tijdskrediet aan het einde van de loopbaan met een vergoeding van de RVA, wordt de leeftijdsgrens verhoogd naar 55 voor werknemers die hun werktijd verminderen tot een halftijdse betrekking of met 1/5de.

 

Omzetting van de eindejaarspremie

Vanaf 1 januari 2024 is het mogelijk om de helft van de eindejaarspremie om te zetten in verlofdagen of in een (groen) mobiliteitsvoordeel.

De omzetting moet voorzien zijn in een ondernemings-cao en worden vastgelegd in een individueel akkoord met de werknemer.





Op de hoogte blijven van al ons nieuws? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief:

Voornaam (*) Naam (*) E-mail (*)