Studentenarbeid: waarmee moet men rekening houden in 2023?
De zomervakantie staat voor de deur, dus het is hoog tijd om de basisprincipes van studentenarbeid even op een rijtje te zetten.
Wie komt er in aanmerking voor studentenarbeid?
Een student moet minstens 16 jaar oud zijn (15 jaar indien hij/zij de eerste twee jaar van het secundair onderwijs heeft gevolgd) en onderwijs met een voltijds leerplan volgen. Iemand die een avondcursus volgt komt dus niet in aanmerking voor studentenwerk.
Een student die zijn/haar studies beëindigt in juni en zijn/haar diploma behaalt, kan nog tot en met 30 september van dat jaar werken met een studentenovereenkomst.
Een student die echter tijdens het academiejaar zijn/haar studies beëindigt, wordt niet langer als een student beschouwd en kan geen studentenovereenkomst meer afsluiten, zelfs indien hij/zij niet onmiddellijk zijn/haar diploma ontvangt.
De student mag maximum 12 ononderbroken maanden werken.
Lagere solidariteitsbijdrage voor studenten en contingent van 600 uur
Studentenarbeid is onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld van gewone sociale zekerheidsbijdragen (ca. 28% voor de werkgever en 13,07% voor de werknemer). Indien aan de volgende voorwaarden voldaan is, is de studentenarbeid louter aan een veel lagere solidariteitsbijdrage (5,42% voor de werkgever en 2,71% voor de student) onderworpen:
- De student is tewerkgesteld in het kader van een voorafgaandelijk gesloten schriftelijke studentenovereenkomst die de wettelijk verplichte vermeldingen bevat. De studentenovereenkomst is steeds een overeenkomst van bepaalde duur (maximum 12 maanden).
- In onze nieuwsbrief van 27/01/2023 kon u lezen dat studenten vanaf 1 januari 2023 600 uren per jaar mogen werken om de lagere solidariteitsbijdragen te genieten (het contingent van 600 uur). Voorheen bedroeg dit jaarplafond 475 uur. Deze maatregel is geldig in de kalenderjaren 2023 en 2024. In 2024 zal men evalueren of men het contingent van 600 uur ook zal aanhouden voor de volgende jaren. Indien de student méér werkt dan 600 uur, is vanaf het 601ste uur de solidariteitsbijdrage niet langer van toepassing, maar zullen gewone sociale zekerheidsbijdragen (zoals voor een gewone werknemer) verschuldigd zijn. De student kan zijn/haar aantal gewerkte uren opzoeken op Student@work. Daar kan de student een attest met het aantal beschikbare uren downloaden. Wij raden aan om dit vooraf bij de student op te vragen zodat u zeker weet hoeveel uur de student nog aan de voordelige solidariteitsbijdrage bij u kan werken.
- De student mag alleen werken tijdens periodes waarin hij/zij niet verplicht aanwezig moet zijn in de onderwijsinstelling.
- De werkgever heeft vóór aanvang van de studentenarbeid een bijzondere Dimona-aangifte voor studenten gedaan. Indien u wenst dat uw Payroll Business Partner deze aangifte doet, licht hem of haar dan minstens twee werkdagen voor de aanvang van de overeenkomst in.
Loon en arbeidsvoorwaarden
U moet minstens het minimumloon, zoals dat voor uw andere werknemers vastgesteld en van toepassing is in de sector (of op het niveau van de onderneming indien er gunstiger regels werden overeengekomen), betalen aan de student, tenzij de sector zelf in een uitzondering voorziet voor studenten. Dat laatste is bijvoorbeeld het geval in PC 200 (aanvullend paritair comité voor bedienden), waar specifieke minimumlonen voor studenten bestaan.
Op de tewerkstelling van studenten zijn in algemene zin dezelfde arbeidsrechtelijke regels van toepassing als op de tewerkstelling van een gewone werknemer. Zo moeten studenten bijvoorbeeld ook een kopie van het arbeidsreglement ontvangen bij hun indiensttreding.
Toch zijn er enkele uitzonderingen op dit algemeen principe. Zo bevat de arbeidsovereenkomst van studenten een proefperiode van 3 dagen; mogen studenten minder dan 1/3 van de wekelijkse arbeidsduur werken (bij een 38 uren week, betekent dit dat studenten minder mogen werken dan 13 uur per week) en is nachtarbeid in de meeste gevallen verboden voor minderjarigen.
Inschrijvingsbewijs
Als werkgever moet u kunnen aantonen dat de tewerkgestelde persoon wel degelijk student is. De RSZ vereist dan ook dat u een inschrijvingsbewijs voor het lopende school- of academiejaar kan voorleggen op hun verzoek.
Om die reden raden wij dan ook ten sterkste aan om aan de student een kopie van zijn inschrijvingsbewijs te vragen vóór de start van zijn overeenkomst en dit te bewaren.
Uitbreiding contingent 600 uur in Q1 2023 voor de zorgsector
Zoals hierboven aangegeven kan een student maximum 600 uur per kalenderjaar aan de lage solidariteitsbijdrage werken.
Tijdens de coronacrisis wilde de regering het mogelijk maken jobstudenten in te zetten om de verhoogde werkdruk in de zorgsector aan te pakken. Daarom werd er beslist om de uren die een student presteerde in de zorgsector tijdens o.a. het jaar 2022 niet mee te laten tellen voor het contingent. Er werd beslist om deze maatregelen te verlengen voor het eerste kwartaal van 2023. Studentenarbeid gepresteerd in de zorgsector tijdens het eerste kwartaal van 2023 wordt dus niet aangerekend op het jaarplafond van 600 uur.
Op jaarbasis zullen sommige studenten dus meer dan 600 uur kunnen werken aan de lage solidariteitsbijdrage. De overige bovenstaande principes blijven geldig (Dimona, schriftelijke studentenovereenkomst, etc.).
Wat moet u doen als werkgever?
Vóór de indiensttreding van een student:
- Opvragen inschrijvingsbewijs en attest Student@work
- Studentenovereenkomst ondertekenen
- Dimona-aangifte doen - informeer Pro-Pay!
Bij indiensttreding: de student een afschrift van het arbeidsreglement bezorgen en hem/haar vragen om een ontvangstbewijs te ondertekenen.